Kneuterig is het juiste woord. Kneuterig maar ontwapenend. ‘‘Altijd’’, vertelt Emma Ruth Levie (28), ‘‘begint een gezamenlijke dansmiddag in Clubhuis Levie wat ongemakkelijk.’’ Vaak kennen mensen elkaar niet. Soms is ze zelf net pas uit bed, nog brak van de avond ervoor, en niemand weet waar of hoe te beginnen. Durven we te dansen? ‘‘Maar’’, glimlacht ze, ‘‘als we eenmaal bezig zijn ontstaat er chemie, gaat het bijna vanzelf.’’
Kijk voor dat je verder leest even op haar Instagram account. Tussen de prachtige tekeningen – Emma is beeldend kunstenaar – vind je talloze filmpjes waarop ze in haar woonkamer danst, #clubhuislevie. Ze danst op klassiekers van Larry Levan, op experimentele elektronische muziek uit Servië, op Oceanic en Lanark Artefax, maar ook op Madonna. Ze danst in haar met planten bezaaide woonkamer. Ze danst van onder haar bank vandaan, op pantoffels, in onderbroek.
Eens in de zoveel tijd nodigt ze haar volgers op social media uit om mee te dansen. Clubhuis Levie is voor iedereen die zin heeft. ‘‘Toen ik ooit eens een feestje organiseerde begon ik ter promotie dansfilmpjes op te nemen, ik wilde ze als uitnodiging gebruiken. Ik hou ontzettend van dansen, vind het een van de leukste dingen die je samen met anderen kan doen. Toen die filmpjes online stonden kreeg ik veel reacties van mensen die vertelden dat ze er blij van worden. Die mensen heb ik thuis uitgenodigd, kom maar meedoen. Dat was het begin van Clubhuis Levie – zaterdag 27 oktober wordt de twaalfde keer.’’
Het zijn aanstekelijke filmpjes, een soort mini feel good movies die je, hoe chagrijnig je ook bent, doen glimlachen. ‘‘Ken je de film Dogtooth?’’, zegt ze wanneer ik naar haar inspiratie vraag. De scene waarin die twee meisjes dansen. Het is kneuterig, maar tegelijkertijd charmant. Ik dans denk ik ook een beetje zo. Mensen in de club inspireren me, want uiteindelijk blijft dat toch het leukste. In de club dans je langer.’’ Het gaat haar niet om perfectie. ‘‘Een dans hoeft niet mooi of golvend te zijn, een dans is ook mooi wanneer het lijkt alsof je arm een mes is waarmee je een komkommer hakt.’’
Nu ik dit interview een maand na dato uitwerk en Emma haar eigen dansen omschrijft als kneuterig, moet ik aan een tekst van de Engelse schrijfster Zadie Smith denken. In haar essay ‘Dance lessons for writers’ vergelijkt Smith verschillende soorten beroemde dansers. Over David Byrne (Talking Heads) en David Bowie schrijft ze: ‘‘Soms is het juist belangrijk om onhandig, onelegant, schokkerig te zijn, om poëtisch nog prozaïsch te zijn, om goed slecht te zijn. Om andere mogelijkheden voor het lichaam, alternatieve waarden te laten zien, om onzinnig te doen, stop making sense.’’
Ik heb het Emma tijdens ons interview niet gevraagd, maar kan me zo voorstellen dat ze het roerend met Smith eens is. Met terugwerkende kracht besef ik dat haar filmpjes niet alleen ontwapenend zijn, maar ook waarom ze zo ontzettend goed werken. Het zijn geen perfect uitgevoerde dansbewegingen, het is soms sierlijk, maar heel vaak ook niet. Er zijn geen regels. Iedereen kan dit, probeer het gewoon een keer.
''Ook al voel ik mij onzeker over mijn lichaam, dan nog vind ik niet dat mensen zoals ik niet in de spotlights zouden mogen staan’’
Maar er is nog iets wat Emma’s filmpjes zo sterk maakt. Op haar Instagram account is het niet alleen feest. De grootste farce van social media is dat de zon er voor iedereen onafgebroken lijkt te schijnen, maar Emma maakt haar volgers óók deelgenoot van haar meest donkere momenten. Ze schrijft over PMS, iets waar volgens haar ‘‘heel veel vrouwen in meer of mindere mate last van hebben, maar er wordt nauwelijks over gesproken’’, over haar slepende depressies, over de lange weg die ze al heeft afgelegd om beter te kunnen worden, over dat dansen soms helpt, maar vaak ook niet, over haar experimenten met natuurlijke medicijnen, over haar twijfels om wel of geen antidepressiva te nemen. Over waarom ze een tijdje niet heeft gedanst – geen puf, te veel onrust in haar hoofd. ‘‘Wanneer ik me goed voel straal ik dat tijdens het dansen uit, maar wanneer ik minder goed in mijn vel steek zie je dat ook.’’ Ze is daar, en plein public, eerlijk over.
‘‘Waarom ik daar zo open over ben? Ik ben mijn hele leven, vooral als kind en puber, zwaarlijvig geweest. Ik kreeg daar altijd veel kritiek op, maar mensen waren ook vaak verbaasd over het feit dat ik me niet verstopte. Blijkbaar verwacht men dat. Het verbaasde mensen dat ik altijd vrij opvallende kleding droeg, dat ik als eerste op de dansvloer stond. Dikke mensen houden niet van bewegen, is de aanname. Ik vind dat een heel vervelend stereotype. Ook al voel ik mij onzeker over mijn lichaam, dan nog vind ik niet dat mensen zoals ik niet in de spotlights zouden mogen staan.’’
In 2011 kreeg ze een hoofdrol in de Nederlandse speelfilm Lena aangeboden. ‘‘Toen ik werd gevraagd was dat de reden om ‘ja’ te zeggen. Het leverde heel veel reacties op, vooral van jonge, zwaarlijvige meisjes die het fijn vinden om iemand in beeld te zien waar ze zich mee kunnen identificeren. Toen ik dat wist besloot ik dat ik openbaar de dingen wil doen die ik zo graag doe. Dansen zonder mijn lijf te verhullen. Ik ben niet dun, maar dat betekent niet dat ik niet van dansen hou. Dat zit ook achter die filmpjes.’’
‘‘Ik kan ontzettend slecht tegen discriminatie, in welke vorm dan ook. Ik voel dat zo sterk, dat het me lukt mijn eigen schaamte opzij te zetten. Dat is iets waar ik heel bewust over na kan denken wanneer ik zo’n dansvloer opstap. Ik schaam me misschien, maar er is iets belangrijker dan dat. Dat is niet altijd een rationele beslissing, maar het is wel een knop die ik om kan zetten. Ik wil en ga mezelf niet verbergen.’’
Als voorbeeld noemt ze een avond in De School. ‘‘Om mij heen allemaal mannen met ontbloot bovenlijf. Waarom kunnen zij dit wel en ik niet?! Ik ga dit ook doen dacht ik, vond het megaspannend. Ik trok mijn shirt uit en voelde me krachtig, maar ook ongemakkelijk. Later heb ik een bh aangetrokken, dat voelde minder spannend, maar toch. Ik vind het fijn om aannames van mensen uit te dagen, hun ideeën over wat hoort en wat niet, wat zichtbaar mag zijn of wat niet, een beetje op te rekken.’’
‘‘Ik hoop dat uit die filmpjes ook naar voren komt dat het oké is wanneer je je soms ongemakkelijk voelt''
Een dansachtergrond heeft ze niet. ‘‘Nee, mijn achtergrond is dat ik het altijd veel en vol overgave heb gedaan. Ik volg danslessen, maar heb nooit op een dansschool gezeten. Aan sport had ik vroeger een enorme hekel, maar dansen vond ik te gek. Mijn gymlerares in groep acht schreef in mijn rapport: ‘Wat jammer dat ik er pas op het allerlaatste schoolfeest achter ben gekomen dat je zo van dansen houdt, anders had ik wel vaker danslessen georganiseerd.’’
‘‘Ik hoop dat uit die filmpjes ook naar voren komt dat het oké is wanneer je je soms ongemakkelijk voelt. Het leukste bij Clubhuis Levie is om te zien dat mensen die in het begin heel verlegen zijn, even later alle gêne overboord gooien. Er zijn denk ik geen trucs voor. Ik probeer niet te lang te twijfelen, en op het moment dat ik twijfel denk ik: ik maak nu een beslissing want twijfelen voelt niet fijn. Komkommers hakken. Als je daaraan denkt, lukt het altijd.’’
Zaterdag 27 oktober is er weer een Clubhuis Levie, meedansen? Stuur Emma een bericht op Instagram of Facebook