Een stadsoorlog. In 1974 en -75 stond de Amsterdamse Nieuwmarkt in brand. Tot twee keer toe kwam het tot een massale veldslag tussen de ME en actievoerders, die de sloop van de buurt en de bouw van een metrostation wilden verhinderen. Het verhaal van de ‘Nieuwmarktrellen’ vertoont opvallend veel gelijkenissen met wat we anno 2016 gentrificatie noemen. Dankzij een track van producerduo Know V.A. leerde ik dat de Nieuwmarktbuurt ooit een vrijstaat was.
De Amsterdamse stadsoorlog werd destijds in beeld- en geluid gevangen. De opnamen belandden keurig in het archief. Deksel op de doos, doos op de plank, licht uit en wachten tot de NTR en de VPRO een keer aanbellen. Doodzonde, eigenlijk.
Ook als je nog nooit een aflevering van Andere Tijden zag weet je van het Hilversumse Instituut voor Beeld en Geluid. Het indrukwekkende glas-in-lood gebouw op het Mediapark telt 52 depots waarin archiefmateriaal is opgeslagen. Materiaal van onschatbare historische en culturele waarde. Naast televisie- en radio-uitzendingen vind je er een substantieel deel van het archief van de koninklijke familie, etnografische opnamen die eigendom van het Tropenmuseum zijn en een schier oneindig aantal 78-toeren platen. Wat bijna niemand weet, is dat een groot deel van het archief dat bestaat uit meer dan een miljoen uur aan geluidsopnamen, gratis en digitaal beschikbaar is.
Maar een archief krijgt nog meer waarde wanneer het in beweging blijft. Wanneer het nieuwe generaties iets over, in dit geval, onze collectieve geschiedenis leert. Die audiovisuele historie wordt nu slechts door de radio- en televisiewereld op waarde geschat. Voor een thema uitzending over de Elfstedentocht duiken Hilversumse archivarissen de perfect op temperatuur gehouden kelders in.
''Sommige internationale archieven zijn bang dat een technoproducer hun materiaal verkracht’’
Damrak
Maar volgens Gregory Markus en Harry van Biessum is de schat aan informatie ook voor muzikanten en producers interessant. Ze halen een stofdoek over het archief en brengen het naar een nieuw publiek. Niet middels suffe rondleidingen of oubollige klassikale presentaties, maar door getalenteerde artiesten gebruik te laten maken van de kolossale samplebank. Dat doen ze onder de noemer RE:VIVE – the past as never heard before.
Damrak is de verzamelnaam van het meest recente RE:VIVE project. Een tiental producers, waaronder Know V.A., Lemontrip en ZES, kregen Amsterdamse field recordings en tv-opnames uit het Instituut voor Beeld en Geluid tot hun beschikking. De opdracht: maak een soundtrack voor de stad. Lemontrip liet zich op ‘Bolo’ inspireren door geluidsopnamen uit Bos en Lommer; Know V.A. bouwde het creepy ‘Nieuwmarkt’ uit de audiorestanten van de eerder genoemde stadsoorlog. Voordat het duo (Marijn Brussaard en Feico De Muinck Keizer) aan slag ging, kregen ze een uitgebreide rondleiding in Hilversum. Context bij het materiaal. Het resultaat is uitgebracht door Fog Mountain Records en kan je gratis downloaden. Bovendien mag je 14 gigabyte aan samples hier ophalen, zolang je de Creative Commons Attribution - Share Alike licentie respecteert.
Markus hoopt dat goed voorbeeld doet volgen. Hij is met buitenlandse geluidsinstituten in gesprek en wil ze overtuigen van de meerwaarde van een openbaar archief. Hilversum is al om. ‘‘Via het online platform Sound and Vision LABS kunnen geïnteresseerden nu al gebruik maken van zo’n 2500 opnames. In de audiovisuele archiefwereld is het vrij bijzonder om zoiets openbaar te maken. Zeventig jaar na de dood van de maker vervalt het auteursrecht op audio, maar bij een televisiefragment zijn gemiddeld zo’n dertig verschillende partijen betrokken. Die moet je allemaal opbellen wil je een fragment onder een creative common licentie kunnen aanbieden.’’
Vooral het archief met field recordings, een verzamelterm voor opnames die niet in traditionele geluidsstudio’s zijn gemaakt, is voor muziekproducers interessant. Drieduizend field recordings zijn op dit moment al openbaar beschikbaar, een collectie die nog elke dag wordt uitgebreid. ‘‘Dat zijn unieke verzamelingen. Al het archiefmateriaal van het Polygoon journaal ligt bijvoorbeeld hier. Als je dat als artiest wil gebruiken kan je ons bellen.’’
‘‘Het gaat me niet alleen om het archief in Hilversum,’’ vervolgt Markus, ‘‘het gaat me om de nationale archieven wereldwijd. Die zijn altijd ontzettend gesloten geweest, terwijl er zo’n enorme schat aan materiaal ligt te smachten naar een paar creatieve handen. Wij proberen onze academische wereld aan getalenteerde muzikanten te linken.’’
‘‘Dit soort ongepolijste samples klinken van nature al interessant''
Museum
Het Instituut voor Beeld en Geluid wordt met publiek geld gefinancierd. ‘‘Zie het als een museum. Ik vind dat we niet alleen een verplichting tegenover de programmamakers in Hilversum hebben, ook het publiek moet zien en horen wat voor een fantastisch archief dit is. Ik krijg weleens de vraag waarom een dergelijk archief bestaat. Dan laat ik ze de allereerste kleurenfilm van Amsterdam zien. Dat soort dingen mogen niet op zolderkamers verpieteren. Onze kracht zit ‘m in het feit dat wij onze collectie van haver tot gort kennen, dat we connecties met de academische wereld hebben. Nu wordt het tijd dat we verder dan onze eigen gesloten cirkel gaan kijken. We kunnen cultuur verrijken met behulp van materiaal dat al jaren in depots ligt. Dat vind ik een mooie gedachte.’’ En dan is er nog de economische waarde. ‘‘Als wij een plaat maken krijgt de artiest betaald, krijgt het label betaald, de illustrator die de hoes ontwerpt enzovoort.’’
Hoe obscuurder de samples, hoe harder de ogen van Markus fonkelen. ‘‘Er staat een sample pack online: The Greek Traditional Music Archive. Dat zijn field recordings van oude Griekse dames die in de jaren negentig op de grens van Macedonië en Griekenland traditionele composities hebben ingezongen. Als je op zoek bent naar samples met emotioneel en historisch indrukwekkende vocalen: hier zijn ze! Zo mooi. De context is ook interessant. Het grensgebied tussen Griekenland en Macedonië was en is nog altijd een gebied dat beide landen het liefst zouden willen annexeren. Dat soort context krijg je er bij.’’
Markus wordt door zijn collega's niet altijd begrepen. ‘‘Het is logisch dat ze voorzichtig zijn met het vrijgeven van materiaal. Als het om Duitsland gaat hoef ik denk ik niet uit te leggen waarom dat gevoelig is. Hetzelfde geldt voor de zwarte bladzijden van de Nederlandse geschiedenis. Indonesië, de slavernij in Suriname. Maar omdat bij alle fragmenten context zit, kan je bijna niet anders dan er respectvol mee omgaan. Ook zijn sommige internationale archieven bang dat een technoproducer hun materiaal verkracht.’’
Maar het Ierse duo Lakker – Dara Smith, Ian McDonnell – bewees op het eerste RE:VIVE-project dat die angst ongegrond is. Voor het fameuze Belgische label R&S maakten ze Struggle & Emerge, een album dat werd opgebouwd uit geluidsmateriaal van de Watersnoodramp van 1953.
‘‘Wij wisten helemaal niet dat water hier een issue was,’’ zegt McDonnell. ‘‘Na ons interview met Pitchfork, waarin we uitlegden dat we het liefst met gruizig en allesbehalve gepolijst materiaal werken, werden we benaderd.’’ Markus lachend: ‘‘Dat was mijn cue.’’ Hij nodigde de Ieren uit in Hilversum waar ze een spoedcursus Nederlandse waterproblematiek kregen. ‘‘We hebben zelfs een slachtoffer van de Watersnoodramp ontmoet,’’ vult Smith aan. ‘‘Op die manier wordt de context tastbaar. Vervolgens kan je een weloverwogen keuze maken: wat wil ik met deze sample en waarom?’’
‘‘Dit soort ongepolijste samples klinken van nature al interessant. Je hoeft niet urenlang aan een sound te schaven voor je iets hebt wat uniek klinkt. Qua klank is dit heel bijzonder materiaal. Het heeft een soort ambiguïteit die me aantrekt. Toen Gregory ons benaderde hoefden we er geen seconde over na te denken.’’
Maar hoe zorg je ervoor dat het concept de muziek niet in de weg zit? In hoeverre is context nodig om van een sample een dikke track te maken? Smith: ‘‘Ik zou iedereen die met dit archief aan de slag wil dit advies geven. Laat je met open ogen en oren overspoelen, en sorry dat woord hier hè, met alle informatie die je wordt aangereikt. Verwerk het, sla het op. Maar zodra je de studio in gaat focus je dan op de muziek en de geluiden. Want ik vind wel dat je er iets van moet maken waar mensen op z’n minst naar moeten kunnen luisteren. Zonder dat je je er heel bewust van bent, klinkt die nieuw vergaarde achtergrondinformatie toch wel in je muziek door. Ik bedoel, wij hadden echt nog nooit van het fenomeen fierljeppen gehoord, hoor. Geniaal! Ah, daar ligt een sloot water? Kom, we pakken een paal, klimmen erin en springen erover heen.’’
Conceptalbums als Damrak en Struggle & Emerge zijn niet alleen muzikaal de moeite, ze vertellen op een unieke manier een stuk nationale geschiedenis. Bovendien toont RE:VIVE aan dat met het enthousiasme en de passie van twee individuen iets substantieels in gang kan worden gezet. McDonnell: ‘‘Wij waren onder de indruk van de liefde die al deze mensen voor zo’n abstract iets als een geluidsarchief hebben. Dat soort bevlogenheid werkt aanstekelijk. Pas later realiseerden we de oneindige mogelijkheden. Dit soort samples vind je niet snel ergens anders.’’ Markus: ‘‘Zo’n archief hoeft allesbehalve stoffig te zijn, zolang je het aan de juiste mensen geeft.’’
Producers die interesse hebben om te gaan werken met RE:VIVE kunnen Gregory Markus een mail sturen